Door op 8 maart 2014

Wijkgebouwen moeten blijven bestaan

Wijken kunnen niet zonder fysieke voorziening. De PvdA vindt dat wijkgebouwen moeten blijven bestaan, omdat die belangrijk zijn voor de sociale samenhang in een buurt. De gemeente moet daarin bijdragen en de regie nemen. Dat hebben we nog eens bepleit in de Stedelijke raadscommissie, waar de bezuinigingen in het welzijn op de agenda stonden.

Maandag 3 maart werd, op verzoek van de PvdA, in de laatste vergadering van de Stedelijke raadscommissie van deze raadsperiode gesproken over ‘Welzijn in nieuw perspectief’. Wij wilden dit onderwerp nog voor het einde van de raadsperiode op de agenda hebben en dat is gelukt. Het was overigens een bijzonder moment voor mij, omdat het mijn laatste optreden was in de Stedelijke commissie. En toeval of niet, bijna 8 jaar geleden ging mijn eerste optreden in die commissie ook over welzijn.

Destijds ging het over de fusie van de welzijnsinstellingen tot één stedelijke welzijnsinstelling. Belangrijk stuk daarbij was een rekenkamerrapport uit 2004 over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het welzijnswerk in Enschede. In dat rapport werden veel aanbevelingen gedaan. Eén daarvan is nog steeds actueel, namelijk het ontwikkelen van een accommodatiebeleid voor welzijnsactiviteiten.

Jongstleden maandag heb ik er namens de PvdA ten eerste voor gepleit om nog dit jaar te komen met een nieuw kader voor welzijn, oftewel een nieuw welzijnsbeleid. Het huidige ‘kader’ dateert uit 2010, maar inmiddels kent de praktijk van het welzijnswerk een hele andere dynamiek. De samenleving verandert snel, evenals de samenstelling van wijken en buurten. Daardoor ondergaat de uitvoering van het welzijnswerk bijna ieder jaar een metamorfose. Wil welzijnswerk een wezenlijke bijdrage kunnen blijven leveren, dan moet die snel concreter worden ingevuld. Op basis daarvan kan budget beschikbaar worden gesteld. Gelukkig vindt wethouder Ed Wallinga dit ook. Nog dit kalenderjaar zal – door de nieuwe gemeenteraad – deze discussie gevoerd worden.

Vervolgens hebben we aandacht gevraagd voor de wijkgebouwen in onze stad. Wijken kunnen namelijk niet zonder fysieke voorziening. De PvdA vindt dat, zeker als er geen alternatieve voorziening is, wijkcentra moeten blijven bestaan. De gemeente moet daarin bijdragen en de regie nemen. Maar het beleid lijkt nu wat stuurloos. Zo werd op vragen van de PvdA op 14 januari door het college geantwoord dat de beheertaken van wijkcentrum ’t Ni-je Terphoes in Boswinkel zo spoedig mogelijk zouden worden beëindigd. Op diezelfde avond echter werd, na flinke weerstand van bewoners in de stadsdeelcommissie West, toegezegd dat geprobeerd zal worden om de beheertaken ’t Ni-je Terphoes overeind te houden; wellicht op een andere manier dan voorheen.

Dat werpt de vraag op welke filosofie het college hierin volgt. Ook schept het onzekerheid over al die andere locaties voor wijkactiviteiten, vaak eigendom van gemeente of woningcorporatie. Wat doen we met alle activiteiten die er nu plaatsvinden en die voor de nodige reuring en binding in de buurt zorgen? Wat hebben wij aan een gebouw in een wijk dat altijd op slot zit omdat niemand de sleutel meer beheert? Zorgen die gelukkig niet alleen bij de PvdA leven, maar eigenlijk bij de gehele raad.

Uiteindelijk wist wethouder Ed Wallinga duidelijkheid te verschaffen. De huidige gebouwen die in eigendom van de gemeente zijn, blijven beschikbaar voor activiteiten en buurtbewoners. Wel kan het zijn dat het sleutelbeheer op een andere manier plaats zal vinden, misschien door actieve buurtbewoners. Voor gebouwen die eigendom zijn van andere partijen, zoals woningcorporaties, wordt gezocht naar een soortgelijke oplossing. Uiteindelijk is daarmee de angel uit de discussie. Het belang van de wijkgebouwen voor onze stad wordt erkend.

Er blijft echter onzekerheid voor de toekomst. De verkiezingsprogramma’s van met name de liberale partijen neigen naar sluiting van gebouwen en ‘eigen verantwoordelijkheid’. Kortom, ook op dit punt is er wat te kiezen op 19 maart!