Door op 26 juni 2015

Sportnota: nadruk PvdA op positie kleinere verenigingen

In de raadsvergadering van maandag 22 juni stond de Sportnota op de agenda. Bij de behandeling heeft de PvdA een aantal knelpunten naar voren gebracht. Die komen er kort gezet op neer dat de gesubsidieerde instellingen zich steeds meer ongemakkelijk voelen bij het uitvoeren van hun activiteiten.

Door de veranderende rol van de overheid (lees: de terugtredende overheid) worden vele maatschappelijke verantwoordelijkheden doorgeschoven naar instellingen die voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van gemeentelijke subsidie.

Dat zie je op het gebied van ruimtelijke ordening, op het gebied van welzijn, cultuur en zorg, en nu ook op het gebied van sport. Sportverenigingen worden min of meer gedwongen om steeds meer een maatschappelijke rol op zich te nemen om de ontstane leemte te vullen.

Veel binnensport- en zwemvereniging dreigen in de knel te komen bij het opzetten en uitvoeren van hun eigen sportactiviteiten, wat hun core business is. Verschillende verenigingen hebben opgemerkt dat zij een sportvereniging zijn en geen zorginstelling.

Doelstellingen Sportnota akkoord…
De PvdA is het eens met de doelstellingen die het college wil bereiken, namelijk sport als middel voor een aantal maatschappelijke doelen: werken aan een gezonde leefstijl, uitbouwen van de maatschappelijke functie, ontdekken en ontwikkelen van talenten en het versterken van verenigingskracht

…maar bezwaren op onderdelen
Daarom was de nota op zich akkoord, maar op een aantal onderdelen hadden wij bezwaren. Die richtten zich op de gevolgen voor binnensportverenigingen, die door gevolgen van de o.a. mogelijk in hun voorbestaan bedreigd worden, op huurkorting en op de functie verbindingsmanager.

Het gaat met name om de eis die aan sportverenigingen wordt gesteld om meer maatschappelijke en buurtgerichte activiteiten te ontplooien en hun accommodaties daarvoor te gebruiken. Daar is op zich niets mis mee. Wij kunnen ons als PvdA goed voorstellen dat verenigingen meer betrokken raken bij wijken en ook bij de inwoners van de stad. Dat mag beloond worden. Hoe meer maatschappelijke activiteiten, hoe meer huurkorting.

Duidelijkheid voor kleinere verenigingen
Maar dat moet dan voor verenigingen wel mogelijk zijn, Met name kleinere verenigingen zijn bang het risico te lopen indirect de dupe te worden van het nieuwe stelsel. Ze voelen zich bedreigd in hun voortbestaan.

Veel binnensport- en zwemverenigingen opereren stedelijk en zijn niet gebonden aan een wijk. Daardoor zijn zij niet in staat om een adequate bijdrage te leveren aan het tot stand komen van een bepaald wijkplan.

Wij hebben het college gevraagd de zwem- en sportverenigingen bij de aanstaande uitwerking van de Sportnota te beschouwen als stedelijke verenigingen, duidelijkheid te bieden over de positie die zij binnen de Sportnota innemen en met hen te bespreken hoe zij naar vermogen binnen de kaders en doelstellingen van de nota een bijdrage kunnen leveren. Hierover dienden wij mede een motie in, die door de hele raad werd aangenomen.

We hebben het college gevraagd of het de garantie kan geven dat geen enkele vereniging omvalt als gevolg van het nieuwe beleid. De wethouder kon dit echter helaas niet uitsluiten.

Vraagtekens bij zeven verbindingsbmanagers
Een ander bezwaar betreft het aanstellen van een verbindingsmanager. Niet alleen wij, maar ook vele sportverenigingen missen de onderbouwing voor het aanstellen van zevental verbindingsmanagers. Niet iedereen is overtuigd van nut en noodzaak van de inzet van de nieuwe functionarissen. Het gaat ons als PvdA niet om aantallen, maar om de doelstelling en de resultaten.

De verenigingen moeten worden ondersteund in hun veranderende maatschappelijke rol. Daarom hebben wij de wethouder nogmaals gevraagd om met de verenigingen om de tafel te gaan zitten voor een oplossing die ook door hen wordt gedragen.

Zie ook:
Sportnota brengt verenigingen in het nauw, PvdA wil wijziging