Door op 4 juni 2015

Sportnota brengt verenigingen in het nauw, PvdA wil wijziging

Op 27 mei was ik namens de PvdA aanwezig bij een bijeenkomst die door het bestuur van Volleybalvereniging Twente ’05, mede namens de binnensport- en zwemverenigingen, was georganiseerd over de gemeentelijke Sportnota 2015-2018. Het raadsvoorstel met deze nota komt maandag 8 juni in de gemeenteraad aan de orde.

De verenigingen wilden hun bezorgdheid over de gevolgen van de nota onder de aandacht brengen van de (vier) raadsleden die aanwezig waren. Zij zijn van mening dat, ondanks hun inspanningen tot nu toe, geen rekening wordt gehouden met de specifieke situatie van de binnensport- en zwemverenigingen.

Het draait om de eis die aan sportverenigingen gesteld gaat worden om meer maatschappelijke en buurtgerichte activiteiten te ontplooien en hun accommodaties daarvoor te gebruiken. Dat wordt beloond. Hoe meer maatschappelijke activiteiten, hoe meer huurkorting.

Het college redeneert hiermee vooral vanuit de positie van buitensportverenigingen en houdt geen rekening met de positie van binnensportverenigingen. Die zijn voor het uitvoeren van hun activiteiten afhankelijk van de goodwill van andere sportverenigingen.

De meeste buitensportverenigingen beschikken over een eigen accommodatie. Daardoor zijn zij in staat om hun activiteiten uit te breiden om te voldoen aan de eisen voor huurkorting, zonder dat dit leidt tot meerkosten. Deze mogelijkheid geldt niet voor de kleinere en de binnensportverenigingen. Die lopen straks het risico indirect de dupe te worden van het nieuwe stelsel.

Als gevolg van de veranderende rol van de overheid (lees de terugtredende overheid) worden vele maatschappelijke verantwoordelijkheden doorgeschoven naar instellingen die voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van gemeentelijke subsidie. Sportverenigingen worden min of meer gedwongen om steeds meer een maatschappelijke rol op zich te nemen.

Zij dreigen in de knel te komen bij het opzetten en uitvoeren van hun eigen sportactiviteiten, hun core business. Verschillende verenigingen hebben aangegeven dat zij een sportvereniging zijn en geen zorginstelling.

Door sport en inzet van vrijwilligers, die nagenoeg alle activiteiten uitvoeren, zijn ze al meer dan ooit maatschappelijk actief. Door een opeenstapeling van taken is het steeds lastiger geworden om bestaande vrijwilligers te behouden, laat staan nieuwe te werven. Een vicieuze cirkel die hardnekkiger lijkt te worden. Met dit voorstel wordt het er niet beter op.

Het college stelt voor de stad in te delen in zones en per zone een verbindingsmanager aan te stellen. Vanuit de Enschedese sportverenigingen worden bij dit plan grote vraagtekens gezet. Nut en noodzaak van nieuwe functionarissen en vooral de financiering (gedeeltelijk uit sportbudget) zijn niet voldoende onderbouwd. Het lijkt erop dat het college antwoorden geeft op niet gestelde vragen.

Veel binnensport- en zwemverenigingen opereren stedelijk en zijn niet gebonden aan een bepaalde wijk. Daardoor zijn zij niet in staat om een adequate bijdrage te leveren aan het tot stand komen van wijkplannen. Het college houdt de kritiek af en stelt dat de uitwerking van het voorstel pas later in het jaar plaats gaat vinden.

Deze verenigingen mogen niet de dupe worden van het nieuwe beleid. Terugloop in huurkorting betekent in de praktijk minder subsidie.

De PvdA Enschede vindt dat de binnensport- en zwemverenigingen als stedelijke verenigingen beschouwd moeten worden. De verplichte koppeling van stedelijk opererende verenigingen aan zones en de verplichte afname van ondersteuning door verbindingsmanagers moeten uit het raadsvoorstel worden gehaald.

Dit zullen wij bij de behandeling van de sportnota in de gemeenteraad voorstellen.

Daarnaast zullen we voorstellen geld te besparen door één verbindingsmanager voor hele stad aan te stellen in plaats van een aparte functionaris voor iedere zone.