Extra geld voor kinderen in armoede blijft beschikbaar voor de doelgroep
Enschede telt zo’n zesduizend kinderen die in armoede leven. Dat is veel. Leven in armoede betekent vaak ook beperkte kansen in de samenleving. Beperkte kansen om mee te doen met leeftijdsgenoten en beperkte kansen op een goede opleiding. Daar kunnen we wat aan doen: met extra middelen van het Rijk vergroten we de kansen van een grote groep kinderen.
Honderd miljoen euro extra per jaar maakte het Rijk vrij voor kinderen in armoede. Enschede kan op een flink deel daarvan rekenen, zo’n 1,2 miljoen euro. Als je bedenkt dat we zo’n 6000 kinderen in armoede hebben, dan is dat 200 euro per kind. Het is niet heel veel. Maar wel een belangrijke bijdrage die het verschil kan maken tussen meedoen en niet meedoen. Aan de gemeente de taak om te zorgen dat het geld effectief wordt besteedt en zo weinig mogelijk aan bureaucratie blijft hangen.
Vrijval
Het College van B&W deed een op zich aardig voorstel hoe we de middelen kunnen inzetten. Maatregelen die leiden tot betere kleding, kansen op school en meedoen met sport en cultuur. Het pakket aan maatregelen dat het college voorstelde zorgde er ook voor dat er elders in de gemeentelijke financiën geld vrij komt. Bijvoorbeeld doordat de huiswerkbegeleiding straks uit het extra geld betaald wordt. Maar als je dat goed bekijkt, zie je dus dat extra geld in dat geval geen extra geld voor kinderen in armoede betekent. De vrijval gaat namelijk in de algemene middelen.
Samen met enkele partijen stelden we een motie op die opriep te zorgen dat die vrijval ook voor kinderen in armoede beschikbaar blijft. Per jaar heb je het dan al gauw over zo’n 250 duizend euro!
Slim inzetten en bereik vergroten
We riepen ook om te kijken naar nieuwe partijen die kunnen helpen om te zorgen dat het geld goed besteedt wordt. Het college had aan een aantal organisaties gevraagd mee te denken over de besteding. Goed, maar er zijn nog veel meer organisaties, groepen en individuen die kunnen zorgen dat het geld goed terecht komt.
Goed terechtkomen van het geld voor armoede is belangrijk. Met ons armoedebeleid bereiken we op dit moment slechts 40 procent van de mensen. Het is moeilijk aan te geven hoe het komt dat een aantal mensen die wel voor geld in aanmerking komen, daar geen gebruik van maken. Het college kreeg van de raad de opdracht te onderzoeken hoe we er voor zorgen dat we wel meer mensen bereiken.