Door op 30 maart 2015

Steden zitten niet in het DNA van de provincie Overijssel

Belangrijkste kwestie die opvalt als je in Provinciale Staten je werk doet, is dat er niet echt een oriëntatie is op de problematiek van de steden. Zelfs de overheersende trend dat inwoners naar de steden trekken omdat daar werk, opleidingsmogelijkheden, cultuur en ‘massa’ zijn, leidt niet tot echt anders denken over de rol van de provincie.

Natuurlijk wordt er geld vrijgemaakt voor projecten, maar dat gebeurt meer vanuit de idee dat je daar nu eenmaal ook moet investeren dan dat er een visie is op de rol, positie en toekomst van de steden. Steden zitten niet in het DNA van de provincie Overijssel. Teveel Statenleden wonen in kleine kernen en ‘bezoeken’ alleen steden.

Mijn stelling dat, als de steden de economie van de toekomst vorm geven, je daar als provincie met prioriteit moet investeren. landde niet echt. Als de Overijsselse steden moeten concurreren met Arnhem-Nijmegen, stad Groningen, Münster en Osnabrück, en Eindhoven en Maastricht dan moet hiervoor, mede door de provincie, een onderscheidend vestigingsklimaat worden georganiseerd.

Natuurlijk kan je dan zeggen dat elke automobilist gemakkelijk in de stad moet kunnen komen, maar dat is niet echt onderscheidend. Oppervlakkig gezien lijkt het logisch dat meer asfalt goed is voor de provincie. Maar maakt sneller kunnen rijden Overijssel meer onderscheidend? Ik zie dat niet. Dat willen provincies allemaal! Probeer eens vrij te denken.

Fundamenteel anders omgaan met duurzaamheid en leefbaarheid. Eerste zelfvoorzienende provincie willen zijn op terrein van energie en voedsel! Dat is onderscheidend. Topcultuur organiseren. Daarvoor de openbare ruimte in de steden, met hun ontmoetingsfuncties, als uitgangspunt nemen. Plekken creëren waar studenten gemakkelijk in een netwerk nieuwe ideeën kunnen ontwikkelen in en rond de binnenstad. Toegankelijkheid van de omringende regio met haar landschappelijke kwaliteit verbeteren. Niet de kwaliteit van ons landschap onder druk zetten met schaalvergroting van bedrijven en mega-stallen.

De binnensteden uitleggen voor fiets en voetgangers. Auto’s kunnen de stad bereiken, maar geen doorgaande route’s door binnensteden. De OV verbindingen met Zwolle en (via de Hanzelijn) met de Randstad optimaliseren. Niet accepteren dat overstappen in Deventer en Amersfoort 15 minuten wachttijd vraagt. De positie van de Universiteit Twente en de onderzoeksfaciliteiten daar financieel naar topniveau tillen, maar ook eisen dat de Universiteit zich letterlijk met de stad verbind. Belachelijk dat ze zich opsluiten op hun eigen terrein. Onze internationale (Eu-regionale) potentie benutten door samenwerking, grensoverschrijdend tussen de Universiteiten.

Dat de samenwerking met ziekenhuis MST, hogeschool Saxion en de stad niet vertaald wordt in samen faciliteiten voor studenten en medewerkers vormgeven!? Een gemiste kans. Een mensa, sportfaciliteiten, studie-accommodaties, cultuur etc. Waarom niet in de stad om op die manier elkaar versterken?

De regio, waarin de steden moeten functioneren, zal tot bloei komen door de groeiende economie in de steden. Zonder economie geen nieuwe banen, geen nieuwe instromers, geen afgestudeerden die blijven, geen groeiende groep gebruikers voor cultuur, sport, uitgaan en uiteindelijk KRIMP.

Dat moet ook Overijssel niet willen.

Na 4 jaar gedeputeerde Grote Steden Beleid, Europa en Cultuur en 4 jaar Statenlid vrees ik dat door mij gewenste scenario’s niet gaan landen.

Het CDA blijft de machtsfactor, omdat kiezers uit de steden meer thuis blijven bij verkiezingen. Dat CDA moet het platteland bedienen. ChristenUnie en SGP lopen niet hard voor steden. De VVD stelde of kon geen eisen stellen en was vooral druk om maar mee te mogen doen. En zo sukkelt men door. Tot er nauwelijks platteland over is, en krimpende steden in Twente door gebrek aan economie. Helaas.

Grote Steden Beleid is na mijn vertrek als gedeputeerde geschrapt. En, van alle provincies heeft Overijssel het meest bezuinigd op cultuur. Dat is de realiteit van Overijssel.