Twente staat op een keerpunt. De SER Overijssel hijst de stormbal: er gaan door robotisering veel banen verdwijnen. Door de groeiende economie zijn er nu ook grote kansen om voor iedereen duurzaam werk te organiseren. Het is dan wel zaak die kansen nu te pakken. Samenwerking tussen Twentse gemeenten, werkgevers en Provincie is daarvoor van groot belang.
Ben Kokkeler, PvdA Statenfractie, Arjan Kampman, wethouder gemeente Enschede
Na de crisis die in 2008 vanuit de financiële markten begon maken we nu, 10 jaar later, weer een periode van economische groei door. Als we de cijfers vluchtig bekijken en luisteren naar politici die met vaasjes het land in gaan, dan is er voor iedereen werk, en wandelen we samen een stralende toekomst tegemoet.
Helaas. Wij Tukkers laten ons geen knollen voor citroenen verkopen. Welvaart komt niet aanwaaien. De verdeling ervan zeker niet. De meeste Twentenaren merken weinig of niets van de voorspelde verbeteringen: de lonen stijgen niet of nauwelijks, veel te veel mensen lopen van flex naar flex, leerkrachten, verplegers en politiemensen werken onder hoge druk.
Goedbetaald werk en eerlijk werk vereist strijd: Nederland, ook Twente, is kampioen flexcontracten. Veel mensen zijn tegen hun zin zzp-er geworden. We hoeven maar te kijken naar de vele Twentenaren die in de pakketbezorging, in de horeca, en ook in de bouw, of zelfs in de zorg en het onderwijs op flexcontracten werken. Daarmee bouw je geen vaste basis op voor je toekomst. Daarmee kun je niet voluit deelnemen aan het verder opbouwen van de Twentse samenleving. Om maar niet te spreken over een goede huurwoning of eigen huis.
Wij als PvdA-ers willen daarvan af. Nu is het moment om een veel groter aantal Tukkers goed en eerlijk betaald werk te bezorgen: banen wel te verstaan, geen klussen
Een tweede ‘onweer schoer’ aan de horizon is deze week door de SER Overijssel neergezet, een heftige weersverwachting: als we niets doen, staan tienduizenden banen in Overijssel op de tocht. Door robotisering en digitalisering verdwijnen veel banen waarvoor we nu jonge mensen opleiden tot vakvrouw of vakman. Terecht stelt de SER dat er veel geld moet komen, honderden miljoenen, om vakopleidingen flexibeler in te laten spelen op de steeds veranderende arbeidsmarkt.
Als we deze beide punten samenpakken, dan is er een ander groot probleem dat alleen maar door vereende krachten in onze regio kan worden aangepakt. Stel de Rijksoverheid komt tot snelle investeringen in onze beroepsopleidingen. Prima. Jonge mensen worden dan beter voorbereid op nieuwe beroepen die eraan staan te komen. Maar daarmee bereiken we onze vaklieden niet die zich nu al een slag in de rondte werken. Die komen er niet aan toe zich tijdig bij te scholen of in het werk verder te ontwikkelen. Dat vraagt om maatwerk en snelle oplossingen, dat moeten wij als regiopartners samen met de Provincie doen.
Nu is het moment daarvoor, want de economie groeit, en werkgevers hebben de kans om werknemers weer aan zich te binden, door tijdelijke en flexcontracten om te zetten in vaste contracten. Ook voor werknemers die met een achterstand aan de slag willen, is er meer ruimte. Waar werkgevers daarin hun verantwoordelijkheid nemen, moet de overheid bijspringen. De gemeente Enschede heeft daarvoor recent ondernemers rond de tafel genodigd.
Belangrijk daarbij is dat werknemers die onvoldoende actuele kennis of vaardigheden hebben, snel kunnen bijscholen. Het zojuist opgerichte Twentse Fonds voor Vakmanschap is een goed voorbeeld. Het is nog maar een begin. In dit Fonds werken gemeenten, werkgevers en de Provincie samen. Maar we weten dat geld niet alleen van belang is. We bereiken op deze wijze 75% van de werkenden niet. Zeker de deeltijdwerkenden of zzp-ers niet. Jongeren die een paar jaar aan het werk zijn, worden vaak geconfronteerd met gebruik van de nieuwste technologie; zij hebben juist dan een kennisimpuls en een duwtje in de rug nodig om in directe verbinding met die praktijk bij te spijkeren. Heel anders is dat bij 35 tot 45 jarigen. Velen van hen leven in de piek van hun leven, vwb gezin, kinderen, sociale bezigheden. En op het werk is ook pieken geblazen. Waar haal je dan het geld, de tijd en mentale ruimte vandaan om te gaan bijspijkeren? Hier vallen de klappen, hier geraken vaklieden op achterstand. Hiervoor moeten we als werkgevers en overheid extra creatief zijn en nieuwe verbinden leggen.
Geen afstand tussen gemeenten en bedrijven, wel de handen ineenslaan, elkaar aanspreken op verantwoordelijkheid voor een gezonde arbeidsmarkt waarin mensen kunnen groeien. Meer ruimte voor onze beroepsopleidingen, met investeringen vanuit de Provincie. Twente heeft een sterke opleidingsstructuur die tegelijkertijd onder stevige druk staat. In de afgelopen jaren heeft de Provincie, waaronder voorheen ook PvdA bestuurders, veel aandacht gehad voor high tech en innovatie. Dat was nodig en dat was goed om een stevige basis te leggen zodat Twentse bedrijven en kennisinstellingen konden meedoen op de wereldmarkt. Dat lukt. Het is nu hoog tijd om die basis sterk te verbreden. Ook kleinere Twentse bedrijven moeten kunnen groeien door de miljoenen grote investeringen die Provincie en gemeente Enschede in de TechBaseTwente en soortgelijke projecten hebben gedaan. Er moeten forse investeringen komen voor verdere innovaties in de bouw. Laten we de kans benutten om innovaties te verbinden met de grote opgave in de woningbouw en in het verder energiezuinig maken van sociale huurwoningen. De retail, zorg, en zakelijke dienstverlening en daarmee verbonden beroepsopleidingen behoren tot de grootste werkgevers van Twente, snelle innovaties en bijscholing van werknemers zijn daar urgent om de kansen van de interneteconomie ten volle te kunnen benutten.
Het is nu tijd voor vakmanschap en innovatie!