Interview | Verzorgende Mark de Vries

22 september 2020

Je bent nu zestien jaar werkzaam in de Zorg, maar wat maakte eigenlijk dat je voor dit vak hebt gekozen? 

“Ik had een tante met een handicap en samen met mijn ouders en zusje ging ik wel eens bij haar op bezoek. Bij de instelling waar zij verbleef vond ik het altijd erg fijn. Toen ik moest kiezen voor een vak wist ik daarom allang: “Ik ga de gehandicaptenzorg in”. Dat heb ik veertien jaar lang met heel veel plezier gedaan, sinds tweeënhalf jaar werk ik in de ouderenzorg omdat ik toe was aan een nieuwe uitdaging.”

Wat doet een Verzorgende in de ouderenzorg, hoe ziet een werkdag eruit?

“Voor onze ouderen doen mijn collega’s en ik alles wat je als gezond mens nog zelfstandig kan. In de ochtend help ik mensen bijvoorbeeld hun bed uit, maar ook met wassen, aankleden, medicatie slikken en met ontbijten. Ik verzorg ouderen daar waar ze dat zelf niet meer kunnen. Wij hebben een afdeling met twintig cliënten die meer en meer zorg nodig hebben. De zorgzwaarte wordt bij ons steeds zwaarder.”

Hoe is het werk veranderd sinds de uitbraak van het Corona-virus?

“Het meest dramatische gevolg was toen de verpleeghuizen verplicht dicht gingen en er geen dagbesteding meer was voor onze ouderen. Mensen werden verdrietig, boos en vereenzaamden. Dat was een moeilijke tijd voor onze bewoners. Ook leerden we allemaal continu nieuwe dingen over het virus en die onvoorspelbaarheid maakte iedereen bang. Onze werkgever heeft gelukkig altijd heel goed met ons gecommuniceerd. Het bleef echter stressvol tijdens de lockdown. Er raakten mensen besmet het virus, dat betekende dat wij maskers moesten dragen en die waren in het begin niet gelijk voorhanden.

Van de maskers die er wel waren was de houdbaarheidsdatum verstreken. We hebben gelukkig een nieuwe voorraad gekregen. Ook hadden we onder collega’s meer ziektemeldingen. Wanneer iemand zich alleen al ziek voelde dan bleven ze voor de zekerheid thuis. We kregen dan invalkrachten en niets ten nadele van deze collega’s, maar ze kennen onze cliënten natuurlijk niet zo goed als wij. Ik voelde me dubbel verantwoordelijk tijdens zo’n dienst met invalkrachten.”

Er werd een tijd lang elke avond geapplaudisseerd voor de mensen die werken in de Zorg. Wat vond je van deze extra waardering?

Overdreven. Het applaus was natuurlijk ook uit eigenbelang. We hadden allemaal te maken met een enge en dodelijke ziekte waar we niet heel veel vanaf wisten. Natuurlijk was de extra waardering heel fijn, maar het hoefde voor mij niet in die vorm. Dat er vanuit de overheid ook niet gelijk meer geld wordt vrijgemaakt voor zorgmedewerkers vind ik niet gek.

De Zorg is de grootste kostenpost voor Nederland en die zal ook alleen maar groeien. Extra geld is natuurlijk altijd mooi, maar ik ben van mening dat het ook van groot belang is om naar de contractsvoorwaarden te kijken. Het aantal uur in een dienst, de onregelmatigheid, het aantal diensten dat je achter elkaar moet draaien etc. Er zijn bijvoorbeeld collega’s die kleine contracten hebben en vaak worden ingezet voor kleine diensten van 5×3 uur. Dat klinkt aantrekkelijk, maar dat is het niet want de balans tussen werk en privé is dan moeilijk te vinden.

Wij blijven – ook na Corona- een essentieel beroep, net als leraren en mensen die onze straten schoonhouden. Het is daarom goed als er nu scherper wordt gekeken naar de voorwaarden waaronder wij werken.”