Het moet april 2002 zijn geweest dat ik Wouter voor het eerst ontmoette. Een klein mager mannetje dat mij succes wilde wensen met mijn rol binnen de organisatie waarvan hij de naam had bedacht. Ik solliciteerde bij Scala Welzijnswerk in Hengelo als leidinggevende en we werden collega’s, later vrienden en nog later buren. Sindsdien kruisten onze wegen elkaar op allerlei gebieden. Ik was 10 jaar lang zijn leidinggevende. Op papier dan. Wouter kon je niet aansturen en ik had ook geen enkele ambitie om dat te doen. Echte professionals kun je niet aansturen, is mijn overtuiging.
We werkten bij Scala Welzijnswerk samen tot zijn pensionering. We hebben talloze projecten bedacht en uitgevoerd. Wouter was de inhoudelijke expert en ik de financiële man. Hij was een uitstekende professional en een harde werker. Hij was bijvoorbeeld niet te beroerd om ‘s nachts om 2:30 uur een mail te sturen met een inhoudelijk plan waar ik vervolgens de financiën aan koppelde en terugstuurde. Succes gegarandeerd. Wij zeiden later tegen elkaar dat het lekkerste brood ‘s nachts wordt gebakken en de mooiste plannen ‘s nachts geschreven. Dat werd ons motto.
Drie weken geleden nog heb ik hem gebeld om advies over een kwestie. Zoals altijd kwam hij niet met een kant-en-klare oplossing maar stelde de juiste vragen op een zodanige manier dat je zelf de antwoorden kon bedenken. Hij gaf althans het gevoel dat je dacht dat je zelf de oplossing had bedacht. De kunst van vragen stellen heb ik van Wouter geleerd.
Wouter was een bruggenbouwer, een man van verbindingen. Verbinder tussen jong en oud, tussen rijk en arm, verbinder tussen het individu en de gemeenschap, verbinder tussen droom en daad. Verbinder tussen de burger en de overheid. Verbinder tussen het Nederland van nu en het Nederland van het verleden. Verbinder tussen Nederland en Indonesië. Over dat laatste konden wij uren praten tijdens zijn vele bezoeken bij ons thuis, laat op de avond en vroeg in de ochtend, als de bakkers brood gingen bakken. Wij deelden onze eigen dualiteit daarin. Elders geboren, in Nederland opgegroeid. Met de wortels in een ander land en met de takken en de bladeren in Nederland. Wij misten allebei op onze eigen manier de geuren en de kleuren van het land waar we vandaan kwamen. Letterlijk en figuurlijk.
Het opkomen voor zwakkeren vormde een rode draad in alles wat Wouter deed. Zijn sterk ontwikkeld gevoel voor een samenleving waarin iedereen meetelt heeft hij tot zijn laatste dagen uitgedragen. Hij stond niet alleen voor een inclusieve samenleving, hij was de belichaming van een inclusieve samenleving. Hij werd in 2006 niet voor niets uitgeroepen tot een van de meest multiculturele welzijnswerkers van Nederland.
Toen ik 5 jaar geleden bestuurder werd van Wijkracht belde Wouter mij op om te feliciteren en ook zijn geluk en trots met mij te delen. Het was dus toch mogelijk, merkte hij op, dat een man met een migratieachtergrond bestuurder kon worden bij een grote welzijnsinstelling in Twente. Een deel van zijn missie is geslaagd, zou ik willen zeggen. In alles wat hij deed, kwamen de deugden waar hij voor stond terug. Rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid en compassie met zwakkeren.
Zijn aanstekelijke lach was ongekend, net als het geduld waarmee hij mensen tegemoet trad. Ik ben er tot op de dag van vandaag jaloers op. Waar haalde hij het geduld en de concentratie vandaan om de verhalen achter de verhalen te ontrafelen, waar veel mensen allang de hoop hadden opgegeven. Het was geen handigheidje dat hij toepaste, maar oprechte interesse in mensen en in relaties. Door zijn lenigheid in taal kon Wouter als geen ander gesprekken naar een hoger niveau tillen. Dat heeft hij meerdere malen in sollicitatiegesprekken laten zien, als lid van de kandidaatstellingscommissie voor de gemeenteraad van Enschede.
Wouter, wij gaan je missen. Het ga je goed. Ik ben een gelukkig mens dat ik je heb leren kennen. Wie weet, wellicht raken onze wortels elkaar weer in de toekomst.
xatirê te
Selamat Djalan
Tot ziens