Hoe sterk is burgerkracht en waar blijft de burger?
Hoe sterk is eigenlijk onze burgerkracht? Dat was de vraag die voor zou moeten liggen bij de evaluatie die ons na een half jaar inzet gepresenteerd werd. De evaluatie was echter geen evaluatie van burgerkracht, maar een evaluatie van het proces door het stadsdeelmanagement.
Vorig jaar heeft de PvdA niet ingestemd met het voorstel burgerkracht, omdat er ook een bezuiniging mee gepaard ging die wij op dat moment onverantwoord en ondoordacht vonden. Het is een misser om te denken dat je burgerinitiatieven en burgerkracht kunt mobiliseren als je er tegelijkertijd een fikse bezuiniging van het bestaande welzijn overheen gooit.
We haalden toen geen meerderheid. Wel werd een motie ingediend om het eerst een jaar aan te zien en dan na een evaluatie te bekijken of het werkt. Het voorstel was toen geamendeerd en besloten werd om de flexibilisering in twee tranches uit te voeren. Na evaluatie zou de besteding van de tweede tranche ingezet worden.
Er ligt nu een evaluatie waaruit men concludeert om nog een jaar langer op de huidige manier door te gaan en de inzet voor de tweede tranche onderdeel te laten zijn van een notitie Nieuw Enschedees Welzijn, die aan het eind van het jaar aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Dat heeft als gevolg dat welzijnsinstelling Alifa nog een jaar op dezelfde voet door kan gaan.
Wat in onze ogen ontbreekt, is de betrokkenheid van de burgers: het heette immers burgerkracht. Nergens in de evaluatie horen we ‘echte’ burgers aan het woord. Het is een pure procesevaluatie, waaraan we de kwaliteit van de flexibele inzet niet af kunnen meten.
We waren in de veronderstelling dat we aan het eind van het jaar een ‘echte’ evaluatie kregen maar nee, dat hadden we niet begrepen. Er wordt helemaal niet geëvalueerd of flexibilisering zinvol is. Er wordt gewoon een nieuw beleid gepresenteerd waarin we alleen nog maar met flexibele budgetten te maken krijgen. Terwijl wij als PvdA eerst willen zien of het wel zo slim is om altijd met flexibele budgetten te gaan werken. Waar blijven de oude vertrouwde gezichten in wijk en buurthuizen? Gaan we om de twee jaar andere aanpakken en gezichten zien? Worden inwoners van de stad daar blij van?
Ook voor het proces om te komen tot een nieuwe visie hebben we meer munitie nodig. We willen betere kaders mee kunnen geven. Weten we of we nu de goede problemen aanpakken, worden de reguliere clubs nog betrokken en ingezet voor welzijnstaken? Bijvoorbeeld de sportclub of de muziekvereniging? Daar zit je burgerkracht.
Ik heb daarover een aantal vragen gesteld tijdens in de Stedelijke commissie op 13 juni. Ik denk dat het laatste woord er nog niet over gezegd is.