Bieden van bed, bad en brood morele verantwoordelijkheid gemeente
In de vergadering van de Stedelijke raadscommissie op 12 januari stond de opvang van uitgeprocedeerde vluchtelingen in Enschede op de agenda. De Raad van Europa heeft de Nederlandse overheid op de vingers getikt over de voorzieningen, eigenlijk het ontbreken ervan, voor opvang van afgewezen vluchtelingen en illegalen.
Het vluchtelingenwerk (onderdeel van welzijnsorganisatie Alifa) heeft een inventarisatie gemaakt van uitgeprocedeerde vluchtelingen die op dit moment in Enschede op straat moeten leven. Dat zijn 15 mensen. Zij komen niet in aanmerking voor noodopvang, omdat zij niet kunnen voldoen aan de eisen die door de voorzieningen worden gesteld. Het gaat om mensen die niet terug kunnen naar hun land van herkomst, dus niet om mensen die niet terug willen.
We lazen in de antwoorden van het college van B&W op vragen van GroenLinks en SP dat het opvangen van uitgeprocedeerde vluchtelingen niet de bevoegdheid is van de lokale overheid. Dat is formeel helemaal waar, maar wij vinden als PvdA dat het wel een morele verantwoordelijkheid is van de gemeente om op zoek te gaan naar mogelijkheden om degenen te ondersteunen die niet over de basale middelen voor een humaan bestaan beschikken: bed, bad en brood. Volgens de PvdA is dit het minimale wat je als overheid over mag hebben voor mensen die beroep doen op de beschermende rol van de overheid. Ongeacht de omstandigheden waar die mensen zich in bevinden. Dat ze uitgeprocedeerd zijn, mag wat ons betreft geen belemmering zijn.
Daarom heeft de PvdA het college opgeroepen om op zoek te gaan naar de formele en informele mogelijkheden om een humaan antwoord te geven op de vragen die op ons afkomen, in plaats van formele onmogelijkheden de boventoon laten voeren. Het kan toch niet zo zijn dat wij als lokale overheid om financiële redenen, die het college als grondargument gebruikt, dreigen te verzuimen onze zorgplicht na te komen? Waar blijven we dan met onze humaniteit en ons mededogen? Het nakomen van je morele plicht mag wat PvdA betreft ook geld kosten. Dat hebben we voor degenen die dit het hardst nodig hebben, graag over.
De beantwoording van het college bracht meer verwarring dan duidelijkheid. In het begin van de discussie leek het college de commissie tegemoet te komen met de toezegging dat degenen die in de knel zitten, worden opgevangen. Vervolgens verbond de wethouder daar echter de voorwaarden aan die gelden voor de reguliere noodopvangvoorziening. Dat is juist waar het om draait. De Raad van Europa heeft klip en klaar aangegeven dat geen enkele voorwaarde gesteld mag worden aan degenen die gebruik willen maken van bed-bad- en brood voorziening.
Daarom komt dit onderwerp in de raadsvergadering van 26 januari terug. Er zal dan een helder standpunt moeten komen over medewerking aan het verzoek van het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) om uitgeprocedeerde vluchtelingen alsnog op te vangen in het kader van een bed-bad- en brood voorziening.
Wordt vervolgd.