Door op 24 januari 2014

Antwoorden College over bezuinigingen welzijn onder de maat

Het nieuwe welzijn in Enschede kent afstand tussen theorie en praktijk. Dat schreef ik in de nieuwsbrief van 22 november en op 20 december meldde ik dat ik schriftelijke vragen bezuinigingen welzijn in nieuw perspectief had gesteld aan het College. Zeker in het licht van de beëindiging van activiteiten in verschillende stadsdelen, ongeruste betrokkenen en bewoners en het aangekondigde afstoten van vastgoed door welzijnsorganisatie Alifa.

Vorige week ontving ik de antwoorden op mijn vragen; antwoorden die mij een onbestemd gevoel hebben gegeven. Aan het begin van de antwoorden herkent het College nog de zorgen van bewoners over het beëindigen van activiteiten en hecht het belang aan het doorverwijzen naar en afstemmen met andere activiteiten. Aan het eind van de antwoorden spreekt het College echter alleen nog maar over een verschuiving naar de ‘nulde lijn’, een groter beroep op maatschappelijke inzet en maatschappelijk verantwoord ondernemen en de mogelijkheden van samenredzaamheid. Die reactie en met name die termen zijn nu precies wat ik bedoel met de afstand tussen theorie en praktijk.

Juist op de dag dat het College de antwoorden op mijn vragen vaststelde, vond ’s avonds een vergadering plaats van de stadsdeelcommissie West. In de antwoorden van het College stond dat de beheertaken in ’t Ni-je Terphoes, evenals in de andere locaties voorheen uitgevoerd door medewerkers van Alifa, zo spoedig mogelijk beëindigd zouden worden. Er zou nog overlegd worden met de eigenaar van de locatie (vaak de gemeente, maar in dit geval een woningcorporatie) hoe de beheersfunctie opgevangen zou kunnen worden.

De commissievergadering stond volledig in het teken van Welzijn in West. Er bleek grote ophef bij bewoners en gebruikers te zijn over de voorgenomen sluiting van het ’t Ni-je Terphoes. Fractiegenoot Kenan Boz schreef hier vorige week al over in de nieuwsbrief (zie Veel steun voor openhouden Terphoes). Bijna iedereen vond dat gezocht moet worden naar een oplossing voor het beheer en exploitatie van het gebouw.

De stadsdeelmanager heeft uiteindelijk toegezegd hierbij te zullen faciliteren. Wat blijft er dan nog over van de antwoorden van het College over dit onderwerp? Waar met de vinger gewezen wordt naar Alifa die dit zelfstandig besloten zou hebben, zonder te verwijzen naar de opgelegde financiële mega korting, wordt uiteindelijk na opstand van bewoners door de gemeente toch weer de handschoen opgepakt.

Ik vind de beantwoording van de vragen dan ook onder de maat. Het lijkt op afschuiven van de verantwoordelijkheid voor belangrijke functies in wijken naar vage begrippen als ‘nulde lijn’ en ‘samenredzaamheid’. Natuurlijk moeten we bezuinigen, en helaas flink ook, en inderdaad zal een deel van de verantwoordelijkheid naar bewoners zelf worden overgedragen. Maar de keuzes wat we nu echt belangrijk vinden, moeten we wel als politiek maken in samenspraak met bewoners.

Want wie zegt dat van de pot van 21 miljoen die de gemeente jaarlijks aan welzijn en ondersteuning uitgeeft misschien niet andere keuzes gemaakt moeten worden? Daarbij moeten buurtbewoners, meer dan nu, ook meepraten waaraan het geld moet worden uitgegeven en moet gekeken worden naar de rol van speeltuinen en zorgorganisaties in de buurt. Die visie mis ik, maar ook het belang om die visie te gaan formuleren.

Daarom hebben wij de antwoorden op de vragen geagendeerd voor de Stedelijke raadscommissie, met daarbij het overzicht van de totale uitgaven van 21 miljoen die wij in september 2013 hebben ontvangen, maar waar nooit verder over gesproken is. De beslissing welk (wijk)welzijn de gemeenteraad belangrijk vindt en waar dus prioriteit aan gegeven wordt, zal in de nieuwe raadsperiode moeten worden genomen. Maar die discussie moet nog gevoerd gaan worden en we moeten niet nu eerst allerlei activiteiten en locaties gaan sluiten.

Het lijkt me een mooi thema voor de gemeenteraadsverkiezingen: wat vinden we politiek van het wijkwelzijn en de wijkgebouwen.