Onnodig uitstel keuzes hulp in het huishouden
Onlangs deed de Centrale Raad van Beroep (een van de hoogste bestuursrechters die Nederland kent) drie richtinggevende uitspraken over huishoudelijke hulp onder de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Dit naar aanleiding van de gerezen onduidelijkheid over de praktijk van uitvoering in veel gemeenten.
Duidelijke uitspraak.
De uitspraken kwamen erop neer dat huishoudelijke hulp onder de Wmo 2015 valt. Aanspraken op huishoudelijke hulp die zijn toegekend onder de tot 1 januari 2015 geldende oude Wmo, blijven ook daarna gelden. De gemeente kan de toegekende huishoudelijke hulp aanpassen alleen als er een deugdelijk en onafhankelijk onderzoek is verricht. De financiering mag geen reden zijn om de huishoudelijke hulp te verkorten.
Snelle vertaling naar Enschede.
In de raadsvergadering van 30 mei stelde de PvdA, samen SP, GroenLinks en Enschede Anders, deze uitspraken en de gevolgen voor het beleid in Enschede aan de orde. Het college wilde ruim tijd nemen om de uitspraken te bestuderen en pas in oktober met een voorstel aan de raad komen. Maatregelen of een debat zouden dus niet eerder dan het najaar te verwachten zijn.
Dat vonden wij te lang duren en we hebben het college gevraagd op zijn minst voor 1 juli met een notitie te komen om aan te geven hoe het met de uitspraak om denkt te gaan.
College legt drie scenario’s voor
Die notitie is er gekomen, precies op 1 juli. Het college stelt vast dat het Enschedese beleid met betrekking tot huishoudelijke hulp over het algemeen past binnen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Wel moet het huidige beleid aangescherpt worden waar het gaat om de norm (objectief en onafhankelijk vast te stellen) en de bepaling wat per individu nodig is (dat moet de gemeente doen; het wordt nu te veel overgelaten aan de aanbieder).
Het college heeft drie scenario’s opgesteld om hieraan vorm te geven: sturen op resultaat zonder tijdsindicatie, sturen op resultaat met tijdsindicatie en sturen op uren.
Het eerste scenario betekent doorgaan op de huidige lijn van resultaat gericht indiceren. De PvdA is hier geen voorstander van, want dan blijft het vage ‘schoon en leefbaar huis’ de norm.
Het derde scenario heeft ook niet de voorkeur, want dat gaat het puur om de uren en niet om het resultaat.
PvdA kiest scenario twee
De PvdA is voorstander van scenario twee, omdat daarin het resultaat en de uren op goede wijze en in overleg met de betrokkene tot stand kunnen komen. Het komt veel meer in de richting die de PvdA altijd al heeft bepleit: een duidelijker indicatie, meer mogelijkheden voor maatwerk en een duidelijker rol van de cliënt.
Besluit pas na zomervakantie
De keuzes zijn helder. De PvdA had graag gezien dat de gemeenteraad zich nog voor de zomervakantie uit had kunnen spreken over welk van de drie scenario’s verder uitgewerkt moet worden. Dat had duidelijkheid gegeven en vaart aan het proces. Het college tilt die keuze over de vakantie heen en daarmee gaat kostbare tijd verloren. Dat is jammer, ook voor de cliënten, voor wie duidelijkheid langzamerhand zeer gewenst is.