Door op 28 oktober 2016

Grondbeleid: actief blijven sturen op de ontwikkeling van de stad

Meer dan twintig miljoen euro is er voor vrijgemaakt, grondbeleid. Maandag 31 oktober besluit de gemeenteraad over de inzet van dat bedrag in het raadsvoorstel ‘Richting aan ruimte’. De gemeente Enschede heeft in de afgelopen jaren inmiddels al zo’n 100 miljoen euro moeten afboeken op aangekochte grond die niet meer (op korte termijn) ontwikkeld gaat worden. Het einde is nog niet in zicht.

Hoe verhouden kosten en opbrengsten zich?
100 Miljoen afboeken klinkt veel. En dat is het ook. Maar, we hebben in al die jaren ook veel geld ‘verdiend’ aan de rol die we hebben gespeeld in gebieds- ontwikkelingen. Die heeft geleid tot belangrijke investeringen in de stad die maken dat we sociaaleconomisch er beter voorstaan dan voorheen.
Het is dus inderdaad vervelend nu flink te moeten afschrijven, maar we hebben niet alleen de lasten nu. Die investeringen waren keihard nodig voor de ontwikkeling van Enschede. Zo hebben we met Kennispark één van de beste bedrijventerreinen van Nederland, ziet onze binnenstad er goed uit, ontwikkelen we de meest prachtige woonlocaties overal in de stad en krijgt de Zuiderval weer een beetje smoel.

Gaat dat afboeken niet ten koste van wat we nu kunnen uitgeven?
Slechts ten dele. Wat we nu afboeken, financieren we uit de algemene reserve, die we hebben kunnen opbouwen met… inderdaad, de grondverkopen. Al met al hebben we geld verdiend dat nu in de pot zit, en er even hard weer uit gaat als het er in ging.

Wanneer is het einde in zicht?
Je kan wel stellen dat we als gemeente nog flink veel grond in bezit hebben in projecten die we in de komende tijd niet meer gaan realiseren. Daar moeten we ook scherp op zijn: dat we alleen de projecten realiseren die goed zijn voor de stad. Soms betekent dat inderdaad niet de goedkoopste oplossing.

Wat als we niets doen?
Niets doen is eigenlijk geen optie. We moeten ervoor zorgen dat de ontwikkelplannen voor de toekomst aansluiten op de verwachtingen. Bouwen we niet te veel huizen? En bouwen we wel de juiste huizen? Stuur je daar niet op, dan ontstaan er problemen. Te veel nieuwe woningen leidt tot leegstand, een verstoorde huizenmarkt en bovendien gebruik van groen aan de rand van de stad terwijl er binnen de bebouwde kom nog genoeg mogelijkheden zijn. Voor bedrijventerreinen geldt eigenlijk hetzelfde.

Hoe nu verder?
Het is onwaarschijnlijk dat we als gemeente in de toekomst weer zo’n grote rol gaan spelen in nieuwe gebiedsontwikkelingen. Dat we veel grond gaan aankopen met het idee dat die later meer waard wordt, dat zullen we waarschijnlijk niet meer doen. Een actieve rol van de gemeente blijft echter noodzakelijk. Als vertegenwoordiger van de belangen van iedereen moet een gemeente sturing geven aan de verdere ontwikkeling van de stad. Dat kan je niet slechts aan de markt overlaten.
Het is zaak dat de gemeente grip houdt op de kwalitatieve ontwikkeling van de stad: welke locaties zijn goed om te ontwikkelen voor bijvoorbeeld woningbouw en bedrijven en welke minder?